Brandoverslag
Indien er geen afdichting in een sparing wordt aangebracht zullen de vlammen vrij door de sparing gaan en de brand aan de andere zijde van de sparing doorzetten. Het afdichten van de ruimte tussen de leiding en de constructie alleen is niet voldoende. Indien er voldoende hitte ontstaat kan het materiaal wegsmelten of wegbranden waardoor alsnog een opening ontstaat. Of het materiaal kan de hitte door geleiding aan de andere zijde van de constructie dusdanig heet maken dat zelfontbranding kan ontstaan.
Brandmanchetten
Indien we kunststof leidingen doorvoeren zal het materiaal erg snel wegbranden of smelten. Om brandoverslag tegen te gaan plaatsen we een brandmanchet om de leiding. Dit ter plaatse van de brandwerende constructie. De brandmanchet zal door de brand opschuimen en de brandwerende constructie afdichten en voor brandoverslag behoeden.
Leiding en kabeldoorvoeren
De ruimte tussen de constructie en de leiding/, en-of kabeldoorvoer wordt gedicht met een brandwerend materiaal. De sparing wordt vervolgens afgewerkt met een kit en-of verflaag die bij brand eveneens opschuimt om de eventueel ontstane opening af te dichten. Hierbij heeft de kit of verflaag als belangrijkste taak de hitteoverdracht tegen te gaan.
Luchtkanalen
Luchtkanalen zijn meestal relatief groot en doordat hier een mechanische luchtstroom in zit, behoeft dit extra aandacht. De vlammen zouden anders door de invloed van de ventilator het kanaal ingezogen of geblazen kunnen worden. Hierdoor moet buiten de brandwerende afdichting rondom het kanaal alsnog een brandklep geplaatst worden om de brandoverslag tegente gaan. De klep is voorzien van een veerbelasting die tegen gehoudenwordt door een smeltpatroon. Indien de smeltpatroon door de hitte (68 °C) doorbreekt sluit de klep waardoor de brand gecompartimenteerd wordt.