Bij voorkeur wordt geluidhinder bij de bron aangepakt. Dat kan bijvoorbeeld door zogenoemde raildempers te plaatsen, een stil wegdek aan te leggen of door het verkeer om te leiden. Helaas zijn bronmaatregelen niet altijd mogelijk of hebben ze onvoldoende effect. In dat geval kan een geluidscherm of -wal helpen. Vooral in situaties waar sprake is van erge geluidsoverlast en veel woningen aanwezig zijn, is een geluidsscherm als overdrachtsmaatregel (een manier om geluid te verminderen) een goede oplossing. Als het echt niet mogelijk is om met bron- of overdrachtsmaatregelen een oplossing te vinden, kan worden gedacht aan het isoleren van de woning met gevelmaatregelen (geluidwerende voorzieningen aan de woning).
Gevelisolatie houdt in dat geluidwerende voorzieningen zoals akoestisch isolerend glas, suskasten voor de ventilatie en/of ramen met dubbele kierdichting worden aangebracht. Ook wand- en dakisolatie door middel van geluidwerende materialen (o.a. gips- en fermacell platen) wordt vaak als geluidwerende voorzieningen toegepast.
Gevelisolatie wordt alleen aangebracht als uit akoestisch onderzoek blijkt dat het geluidniveau binnen in de woning te hoog is (in de regel hoger dan 43 decibel). De geluidwerende voorzieningen worden in geluidgevoelige vertrekken aangebracht (woonkamer, slaapkamer en eetkeuken met oppervlak groter dan 11 vierkante meter) vanuit de binnenkant van de woning. Bij het aanbrengen van wand- en dakisolatie wordt de bestaande wandafdekking verwijderd en worden geluidwerende materialen aangebracht.